Manhattan is waarschijnlijk het meest bekende en populairste stadsdeel van New York. Het is sowieso het dichtstbevolkt: meer dan 1,6 miljoen inwoners wonen en werken op een smal eiland van 59,1 km² lang. Het stadsdeel wordt omgeven door de Hudson River in het westen en de East River in het oosten. In het noorden grenst Manhattan aan Harlem. Daarnaast is de borough in drieën opgedeeld: Lower, Midtown en Upper Manhattan.
Manhattan werd in 1624 door Nederlandse kolonisten gesticht, destijds als handelspost. De Nederlanders vestigden zich op de plek waar je tegenwoordig Lower Manhattan vindt. In 1926 werd hun handelspost hernoemd tot Nieuw-Amsterdam. Pas in 1664, toen de Engelsen het gebied op de Nederlanders veroverden, kreeg het de naam New York. Dit had te maken met het feit dat de Engelse koning het land aan zijn broer schonk, die Hertog van York was. Van 1785 tot 1790 was New York de hoofdstad van de Verenigde Staten, in 1898 werd Manhattan een stadsdeel van New York.
Nog altijd neemt Manhattan een belangrijke positie in als stadsdeel. Het kan worden gezien als hoofdstad op het gebied van cultuur en daarmee ook voor de media- en entertainmentindustrie. Daarnaast vindt ook de financiële handel voor een belangrijk deel in Manhattan plaats. In Lower Manhattan is namelijk Wall Street gevestigd waar de grootste handelsbeurzen van de wereld zich bevinden, de New York Stock Exchange en NASDAQ. De Verenigde Naties heeft ook zijn hoofdkwartier in Manhattan.
De straten van Manhattan worden regelmatig gebruikt als decor in films en televisieseries, en ook veel boeken zijn geïnspireerd op het New Yorkse leven. Het is dan ook bijna onvermijdelijk dat deze enorme belangstelling van de buitenwereld en het bedrijfsleven heeft geleid tot een stijging van de prijzen van het vastgoed. Niet alleen voor de appartementen betaal je de hoofdprijs, ook de bedrijfs- en winkelpanden worden tegen torenhoge huurprijzen aangeboden.
Maar dat alles bij elkaar zorgt natuurlijk wel voor een bruisend stadsdeel dat absoluut de moeite van het ontdekken waard is. Manhattan kent veel verschillende wijken, die elk hun bijzondere plekjes hebben die je eigenlijk niet mag missen. We nemen je graag mee op citytrip door elf van de leukste wijken van Manhattan!
De wijken en buurten van Manhattan
CHINATOWN
In Chinatown – grofweg het gebied rond Mott, Doyers en Pell Street dat een groot deel van de Lower East Side beslaat – wonen meer dan 300.000 mensen van Aziatische afkomst. De bevolking van Chinatown is in relatief korte tijd enorm toegenomen. Aan het eind van de 19e eeuw begon de instroom in de wijk, veelal bestaande uit Chinese immigranten uit Californië die een nieuw thuis zochten. De meeste hadden meegeholpen met de aanleg van de spoorwegen in het westen of hun geluk beproefd tijdens de Californische Goldrush, maar werden daarna min of meer gedwongen om de staat te verlaten – stank voor dank. In New York ontstond dan ook al snel een heuse Chinatown, met alle winkels, eettentjes, wasserijen en apotheken die daarbij hoorden.
Lange tijd was het geen pretje om in Chinatown te leven, want de wijk was berucht om zijn drugsmisbruik en -handel, discriminatie en bendecriminaliteit. Dat heeft nog doorgesudderd tot in de jaren 80 van de vorige eeuw. Daarna keerde het tij en werd Chinatown voornamelijk een toeristische trekpleister. Niet verwonderlijk, want er is weinig leuker dan grasduinen in de typisch Chinese kruidenwinkeltjes en de ontelbare eettentjes ontdekken. Er is zelfs een Chinees juweliersdistrict dat je kunt vinden op Canal Street tussen Mott en Bowery.
CHELSEA
De wijk Chelsea ligt in het westen van Manhattan en grenst aan de Hudson River. Je vindt aan de oever van de rivier niet alleen kades, maar ook pieren. Chelsea is een van de oudste wijken van New York: al in 1750 werd het gebied van de Nederlandse boer Jacob Somerindyck gekocht door de Engelsman Thomas Clarke, die het ook zijn huidige naam gaf. Chelsea kreeg aan het begin van de 19e eeuw een impuls door de oprukkende industrie en de ontwikkeling van de rangeerterreinen van de Hudson River Railroad. De bevolking groeide, met name door miljoenen Ieren die naar Amerika kwamen om de grote Ierse hongersnood te ontvluchten. De bijbehorende bedrijvigheid had ook als gevolg dat de wijk bekendstond als levensgevaarlijk voor voetgangers, waarbij het stuk tussen 11th en 22nd Street lange tijd zelfs Death Avenue genoemd werd.
Kenmerkend voor Chelsea is de bouwstijl van de huizen en appartementencomplexen. Deze zijn rond het midden en het einde van de 19e eeuw gebouwd en sommige delen ervan zijn sinds de jaren 1970 onderdeel van het beschermd stadsgezicht. Het is nu moielijk voor te stellen, maar bijna 100 procent daarvan werd in de ‘hoogtijdagen’ per kamer verhuurd aan hele gezinnen, soms wel acht mensen per kamer met een gedeelde badkamer op de gang voor de hele verdieping. In de jaren 1950 werd Chelsea ingehaald door de vooruitgang: de rap aangelegde snelwegen en moderne vrachtwagens met koelsystemen maakten de treinen – inclusief de in 1933 aangelegde High Line – praktisch overbodig. Ook de industrie was weggetrokken, waardoor de banen er niet langer voor het oprapen lagen. Chelsea verpauperde, maar dat bood de kunstscene de kans om te gaan wonen en werken in de leegstaande panden waar zich geen projectontwikkelaar aan wilde wagen. Sinds een jaar of twintig is de wijk opgebloeid: Chelsea is een hotspot voor veel kunstgaleries en ook het inventieve High Line Park op de oude spoorlijn boven de wijk trekt veel bezoekers.
EAST VILLAGE
De East Village dankt zijn naam aan het feit dat de wijk ten oosten van Greenwich Village ligt, tussen 14th Street in het noorden, de East River in het oosten, Houston Street in het zuiden en 3rd Avenue in het westen. Het verleden van de East Village wordt gekenmerkt door plantages die de Nederlandse kolonisten hadden aangelegd. Dit had tot gevolg dat de East Village welvarend werd en het bestond dan ook uit hele grote landgoederen tot het begin van de 19e eeuw. Later kwamen er steeds meer immigranten en beschouwde men de East Village als onderdeel van de Lower Eastside, die vlakbij lag. In het verleden woonden er veel Duitse immigranten in East Village, dat in de volksmond een tijdje Little Germany genoemd werd.
In eerste instantie was dit dus een wijk waar veel arbeiders woonden. In de jaren 60 van de vorige eeuw kwamen daar steeds meer kunstenaars, muzikanten, jonge studenten en hippies bij, die langzaam hun definitieve stempel drukten op de omgeving. Op een doordeweekse dag door de jaren heen kon je hier de schrijvers Jack Kerouac en Allan Ginsberg tegenkomen, maar ook Charlie Parker en Andy Warhol waren hier thuis. Daarnaast tekent de East Village voor heel wat iconische muziek uit de jaren 70 en 80, want onder meer Blondie, de Velvet Underground en Madonna timmerden hier aan de weg. De wijk duikt dan ook onherroepelijk op als het om de wortels van punk-rock, hiphop en vele andere muziekgenres gaat. Dat artistieke erfgoed en het groene karakter van de wijk maken de East Village zonder meer een aantrekkelijke plek om je tijd door te brengen.
SOHO
SoHo vind je tussen Houston Street in het noorden, Lafayette Street in het oosten, Canal Street in het zuiden en 6th Avenue in het westen. Misschien doet de naam je denken aan een wijk in Londen met dezelfde naam, maar het New Yorkse SoHo is afgeleid van de ligging: ten zuiden van Houston Street (South of Houston). SoHo telt ongeveer 500 panden, voornamelijk woningen en appartementencomplexen. Het stadsbeeld wordt dan ook bepaald door straten die aangelegd zijn met kasseien en woningen met gevels die zijn versierd met gietijzeren decoraties. De gebouwen werden in de jaren 70 opgenomen op de monumentenlijst.
In het verleden stonden er nog weinig huizen in SoHo en was hier voornamelijk akkerland. De tot slaaf gemaakten die rond 1640 vrijgelaten waren door de West-Indische Compagnie kregen hier de kans opnieuw te beginnen op hun eigen percelen. Toen echter het steeds sterker vervuilde watertje de Collect Pond werd drooggelegd, stroomde het vrijgekomen gebied vol met nieuwe bedrijvigheid, voornamelijk hotels, winkels, muziekzalen en theaters, wat de buurt rond Broadway tussen Canal en Houston Street halverwege de 19e eeuw het officieuze entertainmentcentrum van New York maakte. Met alle gevolgen vandien: niet alleen ontstond er al snel een tamelijk gevaarlijke rosse buurt, maar doken er ook steeds meer fabrieken op. Dat veroorzaakte een uittocht van de middenklassegezinnen uit de wijk, die al snel werd bevolkt door industrie en pakhuizen.
Dat zou tot ver na de Tweede Wereldoorlog duren, totdat ook de laatste fabrikanten naar ruimere percelen waren getrokken. Waar leegstand is, kun je echter altijd rekenen op kunstenaars, die de vrijgekomen ruimtes goed konden gebruiken om hun artistieke activiteiten uit te voeren. En dus werden de grote hallen en andere ruimtes in gebruik genomen als ateliers, en uiteindelijk als woning. De toestroom van kunstenaars en artiesten had echter ook weer een overbekend gevolg: SoHo werd zo populair dat het voor de meesten niet meer te betalen was om daar te blijven.
Daarbij hielp het ook al niet dat kunst in de jaren 80 lang niet meer zo goed verkocht en de opbrengsten dus terugliepen. Dat was het moment dat veel creatieve activiteiten naar Chelsea verhuisden. Maar ondanks dat vind je in SoHo nog steeds genoeg galeries, mooie architectuur en is er genoeg te ontdekken op het gebied van mode.
LITTLE ITALY
Little Italy ligt in Lower Manhattan en wordt omringd door TriBeCa en SoHo in het westen, Chinatown in het zuiden, de Bowery en Lower East Side in het oosten, en in het noorden door Nolita. Ooit was deze buurt veel uitgestrekter, maar tegenwoordig bestaat hij uit drie stratenblokken aan Mulberry Street.
Ook Little Italy dankt zijn naam aan de stroom van immigranten die rond 1880 naar Amerika kwam. In dit geval Italianen dus, en veel ook. Ze streken massaal neer in Lower Manhattan, waar ze hun eigen bedrijfjes begonnen en zorgden voor commerciële bedrijvigheid. Little Italy was overigens niet de enige plaats waar Italiaanse immigranten zich vestigden, want ook in East Harlem ontstond een Italiaanse gemeenschap, die Italian Harlem werd genoemd. Begin 1900 woonden er op het hoogtepunt ongeveer 10.000, veelal straatarme Italianen, maar na de Tweede Wereldoorlog begonnen de inwoners zich langzaam te verspreiden over andere delen van New York en stroomden de lege plekken voor een deel vol met Chinezen.
Hoewel Little Italy voor de aanslagen van 11 september 2001 ook de kant opging dat woningen onbetaalbaar werden doordat grote bedrijven zich er gingen vestigen, is dat eigenlijk niet doorgezet. Je vindt er nog steeds veel restaurantjes, maar de karakteristieke sfeer waarom Little Italy bekendstond is grotendeels weg.
LOWER EAST SIDE
De Lower East Side vind je in Lower Manhattan aan de zuidwest- en westkant van Chinatown, Little Italy en de Bowery. De Manhattan Bridge en Williamsburg Bridge verbinden de Lower East Side met Brooklyn. In het verleden was het gebied van de Lower East Side groter dan nu, maar dat komt omdat Chinatown, Little Italy en East Village inmiddels zelfstandige buurten zijn. Voordat de Europeanen er hun intrek namen, was dit gebied een van de seizoensdomeinen van de Lenape, een nomadische indianenstam die leefde van de visvangst en jacht. Nadat de Nederlanders zich in de 17e eeuw rond de huidige Fulton Street vestigden, verschenen er plantages en grote boerderijen in het gebied. Die noemde men destijds bouwerijen, wat later verbasterd werd tot Bowery.
Die historie maakt de Lower East Side tot een van de eerste echte buurten van New York. En dat trekt mensen aan: in de eeuwen die volgden, werkte het gebied als een magneet op mensen uit alle windstreken, met name Ieren, Polen, Italianen, Oekraïners, Duitsers, Afro-Amerikanen, Chinezen, Joden, Puerto Ricanen en Dominicanen. Dat is een hele mond vol, maar die diversiteit tekent deze wijk min of meer nog steeds.
Rond 1900 kwamen er veel Joden naar de Lower Eastside, die op de vlucht waren voor de pogroms in Oost-Europa. Plotseling doken er veel theaters op in de wijk, en verschenen er ook kantoren van bekende filmmaatschappijen als Paramount en MGM. Daarnaast bloeide ook de georganiseerde misdaad in de Lower East Side, met name dankzij de Itliaanse en Joodse maffia die er handig gebruikmaakten van de Drooglegging van 1920 tot 1933. In de wijk zijn dan ook vele historische plekken te vinden, die onlosmakelijk met maffiageweld verbonden zijn.
Eind jaren 60 werd de East Village – toen nog deel van de Lower East Side – overspoeld door mensen met een creatieve achtergrond, waaronder musici en kunstenaars. De daaropvolgende gentrificatie en torenhoge vastgoedprijzen verspreidden zich ook naar de Lower East Side, waardoor een van de eerste wijken van New York tegenwoordig weer een van de meest gewilde van de stad is.
UPPER EAST SIDE
De Upper East Side in Manhattan wordt omzoomd door 96th Street, de East River, 59th Street en Central Park/Fifth Avenue. Onder de Upper East Side vallen verschillende kleinere buurten zoals Lenox Hill, Carnegie Hill en Yorkville. Lange tijd was de wijk erg welvarend en stond het hier bekend als het Silk Stocking District.
Nadat de Lenape-indianen verjaagd waren, vond je hier tot diep in de 19e eeuw boerderijen en akkerland. Toen de New York & Harlem Railroad zijn netwerk in1837 uitbreidde, kreeg het gebied rond 86th Street en Yorkville een steeds commerciëler karakter en werd het een heuse middenklassewijk, met inwoners die de kost in de nabijgelegen fabrieken verdienden.
Daarnaast verschenen er rond Fifth Avenue ook steeds meer opulente herenhuizen die als warme broodjes verkochten, een ontwikkeling die zich ook al snel naar Park Avenue uitbreidde. Met de scholen, gebedshuizen en andere luxe voorzieningen zoals musea die in de wijk verschenen, verdwenen de lagere klasses langzaam maar zeker uit de wijk – niet in de laatste plaats omdat hun wooncomplexen tegen de grond gingen om plaats te maken voor weer nieuwe stadspaleisjes. Toen in 1910 de inkomstenbelasting zijn intrede deed, was de Upper East Side definitief een plek voor de allerrijksten van de stad, waaronder de familie Vanderbilt (Fifth Avenue), Carnegie en Frick (Park Avenue). Niet verwonderlijk dus, dat ook de hoogste baas van New York er thuis is: de (Archibald) Gracie Mansion bij Carl Schurz Park kijkt uit over de East River en is de officiële burgemeesterswoning van New York.
TRIBECA
Geheel in de stijl van makelaars die New York het liefst in mooie hapklare brokken verdelen, omvat TriBeCa de straten in de Triangle Below Canal Street – wat niet helemaal klopt, want het is geen driehoek maar een vierkant. De grens loopt tussen Canal Street, West Street, Broadway en Chambers Street.
Ook deze buurt was oorspronkelijk een door Nederlanders gecultiveerd landbouwgebied, waar in de 18e eeuw zich langzaam een kleine, maar mooie voorstad van New York ontwikkelde. Nadat de pieren van New York zich naar de Hudson River verplaatsten, raakte het gebied echter in een stroomversnelling: met de schepen die er aanlegden, kwamen de handel, mensen en stadse drukte die de bewoners er zo naarstig probeerden te ontsnappen. Wonen werd er nagenoeg onmogelijk, helemaal toen ook de trein, metro en Holland Tunnel hun intrede in de wijk deden. Het duurde dan ook niet lang voordat het gebied het domein van vrachtdepots, winkels en pakhuizen voor versproducten werd.
Toen vrachtwagens met goede koelsystemen rond de jaren 1950 de treinen en opslag grotendeels overbodig hadden gemaakt, keerde de rust terug in de buurt. En dan ken je het standaardrondje inmiddels wel: met de komst van kunstenaars kwam de gentrificatie en gingen ook hier de huizenprijzen door het dak. De gebouwen die je hier tegenkomt, kenmerken zich door hun hoogte en industriële bouwstijl, die de wijk een typisch New Yorkse uitstraling geeft. Karakteristieke gebouwen zijn bijvoorbeeld de Kitchen, Montross & Wilcox Store uit 1861 op Leonard Street en de brandweerkazerne Firehouse, Hook & Ladder Company 8 op North Moore Street, die je wellicht kent uit de film Ghostbusters.
Tegenwoordig is TriBeCa een van de modernste en hipste buurten van New York. Dat heeft grote aantrekkingskracht op beroemdheden, die allemaal in TriBeCa willen wonen en werken – zo organiseert de hier geboren acteur Robert De Niro er het jaarlijkse Tribeca Film Festival. Je vindt er dan ook veel leuke kledingboetiekjes, galeries en restaurants die het nog gezelliger maken om hier rond te kijken.
MEATPACKING DISTRICT
Het Meatpacking District ligt in het noorden van Greenwich Village, bij de Lower West Side en tussen Ninth Avenue en de Hudson River. Een deel van Meatpacking District is bestempeld als beschermd stadsgezicht, genaamd het Gansevoort Market Historic District naar het Hollandse fort Gansevoort.
De toch wat bijzondere naam van het Meatpacking District is ontstaan doordat er hier begin 1900 heel veel vleesverwerkende bedrijven zaten. Het waren er al snel rond de 250 en dan moet je niet alleen denken aan vleesgroothandels, maar ook aan slachthuizen. Die industrie heeft het toch 100 jaar volgehouden, totdat er in 2003 een enorme leegloop was. Tegenwoordig vind je er nog maar vijf.
Met de komst van vrachtvervoer met diepkoelers werd de noodzaak van de vleesverwerkers steeds minder urgent. Daarnaast ontwikkelde de wijk zich als een hotspot voor clubs, en dan met name voor de LHBTI-gemeenschap van New York. Op het snijvlak van verval en semi-illegale activiteiten – homoseksualiteit was tot 1980 illegaal in de staat – bloeide de misdaad in de buurt op: drugs, prostitutie en de maffia vierden er hoogtij.
Dat veranderde in de jaren 90, toen steeds meer bedrijven zich in de wijk vestigden, voornamelijk luxeboetiekjes en uitgaansgelegenheden. Halverwege de jaren 2000 was transformatie compleet en was het Meatpacking District een van de hipste buurten van New York.
Tenminste.. Er ontbraken nog twee puzzelstukjes. Allereerst werd de lelijke spoorlijn die in 1933 was aangelegd voor de tonnen vlees die er verwerkt werden vanaf 2004 omgetoverd tot een modern stadspark, de huidige High Line. Daarnaast verhuisde ook het prestigieuze Whitney Museum of Art van de Upper East Side naar Gansevoort Street, waardoor de wijk echt een speler van formaat werd.
HELL’S KITCHEN
Hell’s Kitchen bevindt zich in het westen van Midtown Manhattan, tussen 34th Street, 59th Street, Eighth Avenue en de Hudson River. De wijk omvat een stuk van de Hudson Yards, maar ook Times Square, Central Park en het Theatre District liggen vlakbij.
Over de oorsprong van de naam van de buurt lopen de meningen uiteen, maar veel toepasselijker kon het niet: dit was lange tijd de heetste plek van de hel. Het stuk van West 39th Street tussen 10th en 11th Avenue had zelfs als bijnaam Battle Row, omdat er zoveel gevochten werd. Hell's Kitchen was van de tweede helft van de 19e eeuw tot in de jaren 1970 de plaats waar veel arme Amerikanen met Ierse achtergrond woonden en werkten in de havens en leerlooierijen. De wijk had vanwege constant geweld en georganiseerde criminaliteit geen beste reputatie, die tijdens en na de Drooglegging alleen maar slechter werd. Toen er na de Tweede Wereldoorlog ook veel Puerto Ricanen kwamen wonen, laaide het bendegeweld op – een dankbaar onderwerp voor de musical West Side Story.
Maar die tijden zijn voorbij, want ook in Hell’s Kitchen is de gentrificatie een feit. De wijk is populair bij de LHBTI-gemeenschap en bij theaterliefhebbers, die er komen omdat hier veel theaters te vinden zijn waar zich het off-Broadwaycircuit afspeelt. Ook de nabijgelegen Hudson Yards ten zuiden van de wijk trekken veel bezoekers naar Hell’s Kitchen, net als veel kleinere restaurants, een bruisend nachtleven, leuke bars en veel winkels waar verfijnde etenswaren verkrijgbaar zijn.
FINANCIAL DISTRICT
Het Financial District vind je in Lower Manhattan, helemaal in het zuiden van het eiland. De wijk wordt omgeven door de West Side Highway, Chambers Street en City Hall Park, de Brooklyn Bridge, de East River, de South Ferry en de Battery. Waar nu machtige wolkenkrabbers verrijzen, stond aan het begin van de 17e eeuw Fort Amsterdam, dat de Nederlandse nederzetting Nieuw-Amsterdam bewaakte. Peter Stuyvesant, directeur-generaal van de kolonie Neiuw-Nederland drukte een grote stempel op het gebied om het zo goed mogelijk tegen aanvallen van buitenaf te beschermen. Maar dat voorkwam niet dat de Britten Manhattan in 1664 in handen kregen, die het meer dan 100 jaar later weer moesten overdragen aan George Washington en zijn leger. Tegenwoordig zijn er alle instellingen en bedrijven gevestigd die ook maar enigszins van betekenis zijn in de financiële wereld – van de New York Stock Exchange (gesticht in 1792) tot de Federal Reserve Bank (anno 1914). Omdat Wall Street zich heeft ontwikkeld tot een financieel centrum voor de hele wereld en dus ook van grote invloed is op de hele wereldeconomie heeft dat ook zijn weerslag gehad op New York City. Ook negatief, want op 11 september 2001 werden de Twin Towers van het in 1973 gebouwde World Trade Center door twee gekaapte vliegtuigen tot een hoop smeulend puin gereduceerd – een aanslag die Amerika recht in zijn financiële hart trof en New York voor altijd zou veranderen.
GREENWICH VILLAGE
Greenwich Village bevindt zich in het westen van Lower Manhattan, tussen 14th Street, Broadway, Houston Street en de Hudson River. Washington Square Park ligt vrij centraal in de wijk, samen met de Universiteit van New York.
Nadat de inheemse indianen rond 1630 hadden plaatsgemaakt voor de Nederlanders ontstond in dit gebied de agrarische gemeenschap Noortwyck. Die naam werd door de Engelsen veranderd in Grinwich, wat aan het begin van de 18e eeuw verbasterd werd tot Greenwich. In tegenstelling tot het grootste deel van Manhattan, dat is aangelegd in een gestructureerd rasterpatroon, zijn de straten van Greenwich Village meer door elkaar gegooid en vind je er veel laagbouw waar de zon alle kans krijgt om volop te schijnen.
Uiteindelijk is dit deel van New York vooral bekend geworden om zijn kunst en cultuur. Al in de jaren 1930 en ‘40 wisten kunstenaars en artiesten elkaar en hun publiek in Greenwich Village te vinden, en dan met name in het gebiedt tussen Bleecker, 14th Street, Second Avenue en Greenwich Street. En dat hield na de Tweede Wereldoorlog niet op, want Greenwich was van de jaren 50 t/m 70 dé hotspot voor muzikale grenzenverleggers. Jazz kreeg er vaste voet aan de grond in iconische clubs als de Village Vanguard en ook folk en folkrock zetten Amerika vanuit Greenwich Village in vuur en vlam. Sla de boeken er op na en je vindt al snel namen als de eerdergenoemde Bob Dylan en Paul Simon die hier hun eerste shows gaven, maar ook Carly Simon, Jimi Hendrix, Liza Minelli, Nina Simone, de Velvet Underground en Barbra Streisand zetten hier hun eerste stappen op weg naar wereldfaam.
Die baanbrekende reputatie maakte Greenwich Village ook een epicentrum voor activisten en geschiedenisschrijvers. De tegencultuur van de jaren 60 bijvoorbeeld, maar ook voorvechters van LHBTI-rechten centreerden zich in de wijk die ze al vanaf de jaren 30 een enigszins veilige thuishaven bood. Zo leidden de rellen die spontaan ontstonden na de politie-inval in de gaybar Stonewall Inn op Christopher Street – de zogenaamde Stonewall Riots – tot nationale aandacht voor de noodzaak voor gelijke rechten.
HARLEM
Harlem bevindt zich in Upper Manhattan, grofweg tussen Washington Heights en Central Park, en de Hudson en Harlem River. De geschiedenis van Harlem is veelzijdig en omvat een mix van verhalen van diverse nationaliteiten en culturen. Om te beginnen de onze, want in 1658 stichtten Nederlandse kolonisten hier de nederzetting Haarlem, vernoemd naar de Noord-Hollandse stad. Het gebied zou zo’n 200 jaar grotendeels rustig boerenland blijven, maar na de Amerikaanse Burgeroorlog, eind 18e eeuw, was er sprake van forse economische groei omdat Harlem in 1873 officieel door New York was ingelijfd en er in 1880 spoorwegen werden aangelegd. De verwachte toestroom van inwoners bleef echter uit, deels vanwege de korte, maar hevige economische depressie van 1893 en deels omdat de aansluiting van Harlem op het metronetwerk op zich liet wachten. De vele rap gebouwde nieuwe woningen in de wijk bleven leeg, waardoor de huizenprijzen kelderden en er steeds meer kansarme mensen hun intrek konden nemen. Rond 1920 was Harlem grotendeels Zwart, waarvan een deel van de bevolking uit het gesegregeerde Diepe Zuiden van Amerika was gevlucht. De Depressie van de jaren 1930 en de uittocht van de industrie uit de stad vanaf de jaren 50 trokken diepe sporen in de toch al niet rijke wijk. Armoede, verval en criminaliteit deden veel mensen wegtrekken, terwijl de allerarmsten achterbleven in een slooprijp niemandsland dat pas in deze eeuw weer wist op te krabbelen. De jaren 1920 waren van groot belang voor Harlem. Deze periode staat ook wel bekend als de Harlem Renaissance, waarbij de kunstenaars, artiesten en schrijvers in de wijk aan de voet stonden van een explosieve ontwikkeling van cultuur. Ook muziek is onlosmakelijk verbonden met Harlem, met name jazz in de jaren 1940 maar ook hiphop, punk en hardcore hebben roots in de wijk.
De kaart van Manhattan: