De raaf scheert rakelings over de jonge poolvos die aan wat gras knabbelt. Vanuit zijn ooghoek houdt hij de grote vogel nauwlettend in de gaten. Dan springt hij plots op. Als een jonge hond kopt hij naar de raaf die speels voor hem uit fladdert. Als de vos weer gaat liggen, daagt de raaf de vos opnieuw uit en herbegint het spel.
IJsland - Het tafereel speelt zich af voor mijn voeten. In IJsland. Het land van de saga’s, de elfjes en de trollen. Achter de spelende dieren trekt het donker boven de beroemde vulkaan Eyjafjallajökull langzaam op. Straks, als de huisjes van Vatnsholt door het duister zijn opgeslokt, zal het noorderlicht haar podium opeisen en de boerderij vlammend groen schilderen.
Ik huiver. Hoewel het niet heel koud is - een graad of vijf - is de wind in IJsland berucht. “Als een ontrouwe minnaar, die je steeds opnieuw bedriegt”, had Valdi, de visser in Reykjavik, me die morgen gewaarschuwd.
Valdi, in zijn bruine wollen IJslandse vest. De rits was aan de onderkant kapot waardoor zijn bolle buik in een bebloed wit t-shirt zichtbaar werd. Sinds zijn veertiende gaat hij alleen de zee op, op jacht naar kabeljauw. Net als zijn opa. Zijn vader niet. Nee, die werd zeeziek, evenals zijn zoon. We hadden hem gemaild: “Valdi mogen we mee het water op?” “Ontmoet mij in mijn werkplaats” had hij geantwoord. Werkplaats? Het was een schuur tegenover de haven. Tussen hippe designwinkels en restaurantjes met Italiaanse pasta’s en Argentijnse steaks. Met uitzicht op de schepen van de walvisvaarders. De boten die wekelijks op de kolossen jagen, bestemd voor de Japanse markt.
Met een mes in zijn hand had hij open gedaan. IJsland, het meest vredige land ter wereld en ik word begroet door een man met een mes. Hij had koffie voor ons gezet in een pruttelend apparaat. De koffie rook naar vis. In een bak ijs staarden dode kabeljauwogen ons aan. Nee de zee, dat ging niet lukken. De zee had kuren. Al dagen had hij zijn boot moeten achterlaten in een andere haven. Reykjavik zat er niet in. Het was toen dat hij zei dat de wind een ontrouwe minnaar was.
IJsland is groen
De hele geschiedenis van IJsland draait om bedrogen worden. Kijk naar de naam. En kijk dan om je heen. IJsland is helemaal niet van ijs. IJsland is groen, mosgroen om precies te zijn. En als we dan toch bezig zijn: Groenland is ijs. Het was een Noorse Viking die, na wat onduidelijke moorden, zijn hachje moest redden, de zee op ging en op IJsland terecht kwam. Om andere gegadigden voor het eiland te ontmoedigen, doopte hij het IJsland.
Zijn zoon, Erik de Rode, die op zijn beurt IJsland moest ontvluchten na gewelddadigheden, kwam op Groenland terecht. Hij besloot al snel dat hij op de eindeloze sneeuwvlakte wel wat extra handen kon gebruiken. Die zou hij nooit krijgen als hij die massale ijsmassa niet wist te verbloemen met een aanlokkelijke naam. Groenland bijvoorbeeld. IJsland is groen en Groenland is ijs. Een mantra die iedere IJslander kent.
Iedere inwoner, dat zijn er op IJsland zo’n 300.000. Zoveel als Utrecht. Antwerpen heeft er meer. Verspreid over een land 2,5 keer het formaat van Nederland. Een land dat voortdurend van binnenuit wordt bedreigd. Door 130 vulkanen. Schijnbaar niet van buiten, want een leger of marine hebben ze niet.
In plukjes wonen de mensen verspreid over het eiland. Op bemost lava tussen gletsjers, vulkanen en drijvende ijsformaties. Gehuchten zijn steden. Genesteld op een bodem van schurende platen, kan het landschap er morgen weer anders uitzien.
Basaltformaties
Neem het prachtige plaatsje Vik. Pittoreske huisjes tegen een zwarte lavakust. Een kerkje hoog op een heuvel. Een handvol fotogenieke basaltformaties in zee. Voor de ramen van de woningen planten die doen alsof ze geen weet hebben van de winterslaap die hen wacht. De zon schijnt. In een land waar 13 graden zomer wordt genoemd lopen IJslanders nu in T-shirts rond.
Boven Vik de gigantische Myrdalsjökull gletsjer waaronder de Katla vulkaan schuilt. De meest actieve vulkaan van IJsland. Gemiddeld doet ze eens in de veertig à tachtig jaar haar gigantische kratermond open en spuugt ze vuur. De laatste keert dateert al weer van 1918 en nu is er verhevigde activiteit waargenomen. Maar niemand lijkt zich druk te maken.
Meisjes met vlechtjes wachten braaf op de stoep met oversteken. Kijken links en dan rechts. Er is geen auto te zien. “Kijk omhoog”, wil ik roepen, “daar dreigt het gevaar.” In het café van Vik zitten IJslanders aan de wijn en lachen uitbundig om zo veel zon.
Lavalandschap
Voorbij Vik herinnert een eenzame brug aan het continu veranderende landschap. De brug lijkt lukraak in het lavalandschap te zijn geworpen, maar was ooit onderdeel van de zuidelijke ringweg.
“Waarom moeten we ons zorgen maken?”, lacht Ólöf Birgisdottir die avond. Ólöf runt Hunkubakkar, een schapenboerderij met gastenverblijven niet ver van Kirkjubaejarklaustur. Kirk-ju-bae-jar-klaustur. De plaatsnamen zijn magisch als het landschap. Ik laat haar de plaatsnaam drie keer herhalen. Maar het beklijft niet. Er is niets om het aan vast te haken.
“Hoe is het om ergens te wonen waar het landschap een bedreiging vormt en voortdurend verandert?”, vraag ik haar. Door de grote ramen zie ik de IJslandse pony’s happen van een baal hooi. Erachter blaten de schapen zachtjes terwijl ze in formatie de heuvel op schuiven.
“We proberen de natuur te vriend te houden, maar maken ons niet druk om zaken waar we geen invloed op kunnen uitoefenen”, zegt ze terwijl ze soep uitserveert.” “Maar hoe bereiden jullie je voor? Zijn jullie huizen zo ingericht dat je je meubels snel kunt oppakken? Kind, pony en schaap onder de arm en elders weer opnieuw beginnen?”, dring ik aan.
Ze zucht en schuift een stoel bij. “Als je in IJsland woont, weet je dat de natuur de baas is. Daar denk je niet voortdurend aan, vulkanen worden nauwlettend in de gaten gehouden. En nee, we hebben geen wegwerpmeubelen, al zouden sommigen mensen IJslands designmeubelen misschien zo labelen.” Ze lacht vrolijk. Hoe oud is ze? Vijfentwintig, achtentwintig? En dan werkt ze hier tussen schapen en pony’s en runt ze een hotel.
Geothermale energie
De Poolse kok brengt een groenteschotel terwijl Ólöf vervolgt: “Vergeet niet, de natuur biedt ook mogelijkheden. “We maken gebruik van de geisers en de watervallen.” Geothermale energie vormt 65 procent van het totale energieverbruik. “Het zal je verbazen maar IJsland kweekt zeer lekkere tomaten en komkommers in de kassen rond Selfoss. Omdat we de groente niet exporteren, kunnen we ze lang laten rijpen.” De groente smaakt prima, moeten we toegeven.
Ólöf Birgisdottir. Ook haar naam is een IJslands fenomeen. Dochter van Birgis. Vrijwel iedere IJslander draagt de naam van zijn vader of moeder met daarachter zoon of dochter geplakt. Tot voor kort was het verplicht de naam uit een voorgeschreven lijst te kiezen. Totdat de 15-jarige Blaer IJsland aanklaagde. De naam die haar ouders haar hadden gegeven – Lichte bries - stond niet in de lijst, dus had de overheid de ouders genegeerd en het meisje simpelweg als Stulka, meisje, geregistreerd.
Reykjavik
Ingólfur Arnarson en Hallveig Fródadottir, de grondleggers van dit land waren Noren die rond 870 naar IJsland afreisden. Aan de zuidelijke kust zagen ze stoom oprijzen niet ver van de werkplaats waar Valdi nu de ingewanden uit zijn kabeljauw peutert. Rookbaai noemden ze die plek, oftewel Reykjavik.
Langs houten huizen rijden we richting haven. Waarom zijn de huizen van hout als er geen boom te zien is? Ik vergis me. Wat ik voor hout aanzie is aluminium golfplaat. Dat vervolgens in traditionele kleuren wordt geschilderd: geel. rood of blauw. Hout is veel te duur. Dat moet geïmporteerd worden.
Halldór Laxness
In de haven gaat de zon onder. De boeg van een schip gluurt mijn hotelkamer binnen. Het is nog donker als we Reykjavik verlaten. In 1955 blijkt IJsland de winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur. Het land van de Vikingen stond ineens, paf, op de cultuurkaart. "Schrijver Halldór Laxness beschreef het landschap waarin hij woonde, steeds anders", aldus de jury. Nogal logisch denk ik, het is ook steeds anders.
Als we langs zijn museumhuis in Gljúfrasteinn rijden, net buiten Reykjavik, zijn het de IJslandse pony’s aan de overkant die onze aandacht opeisen. Met tientallen staan ze in de stromende regen voor een hek. De enige witte in het midden. Haukur van Laxness horsefarm, schudt de regen uit zijn haar. Hij is net terug van een paardrijtocht door de vallei van Mosfellsdalur. Zijn stoere paarden speelden destijds de hoofdrol in de opnames van Game of Thrones die gedeeltelijk in IJsland plaatsvonden.
Trouwe bedienden worden de paarden gekscherend genoemd. Ooit kwamen ze met Ingólfur en Hallveig en hun nazaten mee uit Noorwegen. “Zonder hen zou de IJslander het niet overleefd hebben”, meent Haukur. “Ze begeleidden ons van de wieg tot aan het graf. Ze haalden de vroedvrouw, bewerkten het land en uiteindelijk, als je tijd daar was, brachten ze je naar je laatste rustplaats.”
Thingvellir National Park
Terwijl de regen op het dak gutst, rijden we door naar het Thingvellir National Park. Donkere dreigende wolken, vergeelde bladeren op bemost lava. In de verte zien we de stoom van de geisers die Ingólfur en Hallveig voor rook aanzagen. In Geysir blijkt de grote geiser inmiddels voor altijd gedoofd. Vermoord door dezelfde zeep die er in werd gegooid om hem ieder half uur tot leven te brengen en hem zo’n 60 meter de lucht in te laten spuiten. Maar voor onze ongetrainde geiserogen is de kleine Strokkur met zijn 30 meter ook al indrukwekkend.
Het heeft gesneeuwd in Kirkjubaejarklaustur als we wakker worden. De pony’s lopen nu in een wit landschap en ook het elfenhuisje onder de boom heeft een wit dak.
We gaan naar de Fjaðrárgljúfurkloof. Water stroomt door een met mos bedekte canyon naar een bizar landschap in wit en zwart. Soms weet ik niet goed wat ik zie. Is het lava? Is het de lucht? Wat is het? Het landschap is grafisch alsof Escher hier persoonlijk het land heeft getekend.
We zien weer een elfenhuisje, een miniatuur houtenhuisje als een mooi vormgegeven poppenhuis. Ditmaal liggen er botten voor. “Geen idee zegt de jongen van het Skógar museum als ik vraag welk doel de botten dienen. Een vrouw die een ansichtkaart afrekent is behulpzamer. “Het was vroeger speelgoed voor kinderen, die botten. Maar waarom ze daar nu liggen? Vraag het de elven!”
Waterval Seljalandfoss
De waterval van Seljalandfoss. Het landschap is vlak en daar barst zij van 45 meter hoogte uit het gesteente los. Niet de hoogste van IJsland maar wel pittoresk. Bruidsparen met gewatteerde parka’s over hun trouwkleding wachten rustig tot de fotograaf stelling heeft genomen, gooien dan de parka af en poseren alsof IJsland een tropische bestemming is.
Bij de Vatnsholtboerderij stoppen we even. We zien een vos die speelt met een raaf. Terwijl ik naar de spelende dieren kijk, schiet me een quote van Game of Thrones te binnen. “Er is maar één god en zijn naam luidt de Dood. En er is maar een ding dat we zeggen tegen de Dood: “Niet vandaag.”
Zou boer Jóhann hier aan gedacht hebben toen hij het leven spaarde van de jonge poolvos wiens moeder door jagers werd afgeschoten en die nu met de eveneens jeugdige raaf in het avondlicht over zijn farmhotel buitelt? “Poolvossenstaarten zijn populaire jachttrofeeën in IJsland”, vertelt een medewerkster van de boerderij. “Ze vormen een bedreiging voor de schapen. Dus wordt er in IJsland veel geld voor hun staarten en vachten geboden.”
Schapen zien we nauwelijks op onze tocht over de zuidkant van het eiland. Misschien zijn ze allemaal al opgegeten. Wel raven. Samen met de poolvossen en de IJslandse pony’s vormen ze de vaste fauna van het subarctische eiland. In West-Europa allang uitgestorven, zit de raaf in IJsland op ieder hek. Hij heeft iets ontregelends in dit sprookjeslandschap.
Veiligste land ter wereld
We duiken omlaag naar Eyarbakki, een vissersplaats aan de kust. Ooit van enige importantie, maar nu in slaap gesust. Hier staan ook de enige twee gevangenissen van IJsland. Van het veiligste land ter wereld waar de politie je vriend is. Gesteld dat je politie ziet. IJslanders mogen wapens bezitten toch brengen ze elkaar niet om. Nog geen moord per jaar.
Misschien zijn het de bloederige saga’s vol moord die ze in de lange winters voor de kachel lezen, die hen weerhoudt elkaar in de korte zomer naar het leven te staan? We vragen ons af wat ze binnen in dat witte gebouw op hun geweten hebben. Fietsen liggen in het gras voor de gevangenis alsof ze ’s avond na een dagje in het gevang weer naar huis fietsen. Een husky ligt lui op een trampoline. We komen niemand tegen.
Richting de Blue Lagoon, IJslands grote natuurwonder van warm mineraalrijk zeewater, wordt het landschap heftiger, desolater. En dan ineens ligt daar het helblauwe zwavelwater. Stoom vlaagt over het blauw. Als we toegangskaartjes kopen, zie ik ze liggen. Vachten van poolvossen. Voor €559 per stuk.
Tekst Anneke de Bundel