De 25 kilometer lange Val Gardena herbergt drie dorpen en is misschien wel de mooiste skiroute van de Dolomieten. De plaatsen zijn Ortisei/St. Ulrich, Cristina/St. Christina en Selva/Wolkenstein, terwijl met Sella Ronda de skiroute wordt bedoeld.
De Sella Ronda is een heerlijk rondje dat door valleien en rond het Sella gebergte kronkelt. De Sasso Lungo is de opvallendste berg die skiërs passeren wanneer zij de route afleggen. Deze rotsformatie is net als alle andere bergen in het gebied puntig en steil. Zo steil zelfs dat de sneeuw niet op de wanden kan blijven liggen. Gevormd als koraal, zo’n 250 miljoen geleden toen de Dolomieten nog een zeebodem waren.
Sassolungo
De Sassolungo/Langkofel staat dankzij zijn duizelingwekkende 3.181 meter op eenzame hoogte en is een herkenbaar baken tussen andere bergen als de Passo Pordoi (2.239 meter) en de Passo Sella (2.244 meter). De Sassolungo is niet voor niets het symbool van Val Gardena.
Sella Ronda
De Sella Ronda. Deze route is zeer divers en daardoor geschikt voor skiërs van alle niveaus. Met blauwe en rode pistes. Met brede pistes om rustig te zigzaggen en smalle paadjes langs bossen en rotsen. Maar ook met snelle afdalingen als de Saslong-piste waar jaarlijks wereldbekerwedstrijden alpine skiën worden gehouden. Als amateur die snel en foutloos naar beneden wil, is het soms vechten tegen de verzuring op deze helling. Voor de echte durfals zijn er ook stukjes off-piste. Het mooie van de Sella Ronda is dat het echt een rondje is. Je kan met de klok mee en tegen de klok in en zo hoef je dus nooit dezelfde piste of lift tegen te komen. Tenzij je dat zelf wilt.
Tijdens een Sella Ronda ski-tocht, heb je vanzelfsprekend de mogelijkheid om even te stoppen en te genieten van de heerlijke Italiaanse keuken. Zoals verwacht mag worden in de bergen, kun je hier echte bergkost bestellen. Maar dan wel met een luchtig Zuid-Europees raffinement. We zijn tenslotte in Italië. Gerechten met knoedels, pasta, spek, kaas, risotto en ga zo maar door. En in Italië mag een lekker wijntje natuurlijk niet ontbreken. Zoals elk zichzelf respecterend Italiaans restaurant hebben de berghutten hier ook allemaal een eigen wijnkelder. Keuze zat dus.
Ladinisch
En ondanks het feit dat serveersters onderling misschien het voor ons Nederlanders onverstaanbare Ladinisch spreken, hoef je niet bang te zijn om iets te eten of drinken te bestellen. Je hebt geen handen en voeten nodig, want de Zuid-Tirolers zijn ingespeeld op het toerisme en zijn dus ook het Duits, Italiaans of in sommige gevallen Engels meester.
Muziek
En wie op de terugweg naar het hotel of chalet op een willekeurige straathoek ineens tonen en klanken hoort, moet weten dat muziek in Zuid-Tirol een grote rol speelt. Bijna tienduizend mannen, vrouwen en kinderen van de half miljoen inwoners zijn ingeschreven bij een muziekkapel. Kijk er niet van op als op een andere straathoek weer andere muziek gespeeld wordt. Vooral de blaasmuziek zet de toon in de provincie.
Rood lint
Tijdens optredens gaan de muzikanten altijd gekleed in decoratieve en symbolische kleding. Denk aan de Lederhosen uit Beieren, maar dan anders. En voor de vrouwen: in het dal is een jongeman met een rood lint om zijn hoed vrijgezel, terwijl een groen licht betekent dat hij bezet is. Zie het als een omgekeerd stoplicht.
Hier ligt Val Gardena: