Hoe steekt dat nu in elkaar, dat fenomeen ‘wegbrengcamper’? Het zit zo: In de winter is er niet genoeg plek om alle campers in Whitehorse te stallen. Het is daar dan min 40°, dus aan het eind van het zomerseizoen worden ze ‘naar beneden’ gereden. In Vancouver is het klimaat immers minder heftig en is er meer stallingsruimte. Maar dat betekent ook dat alle truckcampers vanaf begin mei wél weer ‘omhoog’ gereden moeten worden. GoCanada reed zo’n TC al half april naar Whitehorse. En dat na een winter waarin veel meer veel sneeuw dan normaal viel en de natuur daardoor minstens 2 weken achterliep op schema. Rijd je mee? Het is 19 april als we de camper ophalen bij Fraserway, een blauwe mét discoglitter. Eerst maar boodschappen doen, dan hebben we wat te eten en te drinken terwijl we op de ferry wachten. Achteraf blijkt dat een prima plan van aanpak: om 21:00 uur boarden we. De slagboom van de Porpoise Provincial Park Campground op de Lower Sunshine Coast bij Sechelt was gelukkig nog open!
Tijd zat
De volgende ochtend staan we zonder problemen op de volgende ferry van Earls Cove naar Saltery Bay, aan de Upper Sunshine Coast. Even op bezoek bij het Desolation Sound Resort en het altijd charmante Lund, het begin- en eindpunt van Highway 101. Deze hele route hebben we een aantal maanden daarvoor in de herfst al eens gereden, maar we wilden nogmaals op bezoek bij onze Nederlandse kennissen John en Christy. Je bent per slot van rekening in de buurt. We hebben nog een aantal dagen voordat we in Port Hardy moeten zijn voor de Inside Passage-ferry die op 23 april vertrekt. In Campbell River is er tijd om met de postbode mee te vliegen in zijn watervliegtuigje. Want daar waar geen wegen zijn, moeten er wel pakjes afgeleverd worden of mensen opgehaald worden die 14 dagen aan een stuk hebben staan timmeren op een resort. Her en der maken we een praatje, nemen we tijd voor een selfie en maken we een rondje door de General Store.
Altijd raak
Als we weer met de bergschoenen op vaste grond staan, laten we Campbell River voor wat het is. We nemen de afslag naar Sayward en komen na 10 kilometer terecht in Kelsey Bay, in de hoop op een camping die ook nog eens open is. Aan het einde van de weg vinden we een schattig campinkje aan een kalme baai, die weliswaar nog wel te koud is om in te zwemmen. Roestige wrakstukken uit de Tweede Wereldoorlog dienen er als golfbreker. We halen de Grey Monk Pinot Gris uit de koelkast, zakje chips erbij en afwachten geblazen. Zwemt er straks een walvis langs? Want dit is een Moby Dick-gebied bij uitstek. ‘Even verderop’ ligt het in Canada wereldberoemde Telegraph Cove. Prince of Whales vaart daar van begin mei tot eind september een paar keer per dag met een zodiac of een gewone boot de haven uit. Altijd raak, want er zwemt veel klein visvoer voor de grote vissen!
Inside Passage
In Port Hardy slaan we boodschappen in bij Save-On-Foods, want hoe meer we naar het noorden gaan, des te leger het land wordt. Aan de overkant van het water zie ik de Northern Adventure al dobberen in Bear Cove. Veel First Nations-mensen maken gebruik van deze ferry-overtocht. Huisraad, kippenrennen, geitenhokken en winterbanden gaan mee aan boord. Waar blijven al die mensen midden in de nacht? Nou, die rollen een kleedje uit tussen de gangpaden en snurken maar! Het is fijn als je lekker kunt slapen in een echt bed. Helemaal als je reisgenoot drie Advils per dag slikt in verband met plotseling opgekomen rugpijn. Gelukkig staan we op de wachtlijst voor een cabin. Met echte bedden. Maar ik geef het weinig kans, want de boot is compleet volgeboekt.
Parkeerkunsten
De incheck gaat vlot: je komt aanrijden bij de terminal, laat je paspoort zien en dat is het. Dan word je in een rij ingedeeld. En dan denk je: ‘Jemig, wat maakt dat nou uit in welke rij je staat?’ Maar dat heeft wel degelijk een functie: midden in de nacht gaan er immers mensen uit in Bella Bella en vroeg in de ochtend wordt er nog een stop gemaakt in Klemtu. Dus de campers, auto’s en enorme vrachtwagens die er als laatste uit moeten, gaan er als eerst in. Rond 15:00 uur staan wij in onze rij, lekker op tijd want de afvaart staat gepland voor 18:00 uur. Iedereen staat vlak op elkaar, tot op 10 centimeter en achterwaarts ingeparkeerd zodat je er bijna 24 uur later in Prince Rupert zó uit kunt rijden. Reinier toont zijn achteruit-inparkeerkunsten en ik ga de cabin-wachtlijst checken bij de steward. Zonder slag of stoot wordt ons na betaling van $140 een outside cabin toegewezen – met eigen badkamer! In de cafetaria drinken we er een heerlijk Canadees rood wijntje op.
Reacties