26 juni 2024 - Een groot deel van de emigranten die Nederland verruilen voor het buitenland begint een boerderij. Dat heeft veel te maken met de dalende winstverwachtingen in de Hollandse polders, maar zeker ook met de belofte van ruimte, vrijheid en rust die een boerenbedrijf in den vreemde met zich meebrengt. Noorwegen heeft van alle drie meer dan genoeg en biedt legio mogelijkheden voor de agrarische enthousiasteling. Dat je daarvoor niet per se hoeft te emigreren, moge duidelijk zijn. Maar een paar dagen tussen de koeien en schapen, omgeven door frisse lucht en de simpele dingen des levens, is voor elke vastgeroeste stedeling een absolute aanrader.
Skageflå
Je eerste voorzichtige stappen zet je bij de Geirangerfjord, een van Noorwegens mooiste wateren. Langs de oevers verrijst een handjevol ruïnes van boerderijen die hier nog geen 100 jaar geleden werden gevestigd. De onherbergzame lokatie geeft al een beetje aan uit welk hout de Noorse boeren gesneden zijn en hoe belangrijk vrijheid eigenlijk is. Van de drie meestbezochte boerderijen – Skageflå, Knivsflå en Blomberg – is alleen de eerste te voet bereikbaar, de andere twee zijn alleen via een boot over het koele water te bezichtigen. Deze zet je recht onder de ruïne af en duwt je in de goede richting van een half uurtje tot anderhalf uur pittig klimmen. De voormalige geitenboerderij Skageflå ligt bijvoorbeeld op ongeveer 250 meter boven de waterspiegel en komt in zicht na een wandeling van ongeveer 3 uur vanuit Geiranger. Eenmaal ter plaatse verdwijnt de twijfel over het nemen van de juiste beslissing nog steeds niet. Was de boer hier nu gek of briljant? Toegegeven, het uitzicht op dit aardse paradijs is een hoop waard – net als de torenhoge waterval naast de deur – maar deze totale isolatie is maar voor weinigen echt weggelegd.
Otternes
Tijd voor iets wetenswaardigs? Tussen Aurland en Flåm vullen ze historische gebouwen met tastbare herinneringen aan het boerenbestaan van enkele eeuwen geleden. Otternes is een boerencomplex van 27 gebouwen, dat naar verluidt voor het uitbreken van de Pest voorgoed werd verlaten. De eerste mensen vestigden zich hier al in het jaar 300, maar de oudste structuren dateren uit het begin van de 18e eeuw. Tegenwoordig worden de houten en stenen hutten met grasdaken in dit charmante openluchtmuseum opgeluisterd door acteurs en ambachtslieden, die je laten zien hoe het er vroeger aan toeging. Authentiek bereid boerenvoedsel en het verbluffend mooie uitzicht op Flåm en de Aurlandsfjord maken het geschiedenislesje hier compleet.
Lees het hele artikel in Noorwegen Magazine (PREMIUM, alleen voor abonnees) >>
Reacties