20 juni 2024 - De Mekong wordt gezien als de levensader van zuidoost Azië. De rivier ontspringt in het Tanglagebergte in China en loopt via Myanmar, Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam voordat hij uitmondt in de Zuid-Chinese Zee. Meridian Travel voer tussen Thailand en Laos driehonderd kilometer mee.
Het is nog vroeg. De mist die vanaf de Mekong landinwaarts stroomt, legt een deken van sereniteit over het landschap. Uit de grijze luchtplukken steken gestaltes van bomen, bergen, huisjes en tempels. Naarmate de zon steeds meer naar boven kruipt, wordt het beeld onrealistischer. De mist wordt lichter en neemt een oranje tot roze gloed aan; landschap is nog steeds niet helemaal goed te zien. Het is telkens weer een verrassing wat er vanuit de verte opdoemt.
We rijden per busje over de 1129-weg in Noord-Thailand. Na een overnachting in Chiang Sean op de rand van de Gouden Driehoek - het gebied waar Laos, Thailand en Myanmar elkaar ontmoeten - zijn we nu op weg naar grensplaats Chiang Kong. De rit door het mystieke landschap duurt precies een uur. In Chiang Kong moeten de formaliteiten om richting Laos te reizen worden afgehandeld. Dat duurt even. Er zijn staan lange rijen. Allerlei mensen lopen zwaaiend met papieren in het rond. Backpackers, toeristen, werklui; het is een gemêleerd gezelschap.
Dauwdruppels
De afstand tot Laos is niet groot, de Mekong is op dit punt misschien een paar honderd meter breed. In de verste verte is geen pontje, steiger of iets dat op een luxe vervoersmiddel lijkt te bekennen. Slechts een paar primitieve verroeste en gedeukte bootjes liggen te wachten op de oevers van Chiang Kong. En dat zijn precies de bootjes waar wij met onze koffers en camera’s in moeten. Zo’n rivier oversteken met zo’n bootje? Gaat dat wel goed?
De lange, maar smalle bootjes liggen met hun ene punt in het zand en de andere in het water. Instappen gaat daarom met behulp van een kistje dat in het zand voor de boot ligt. Het zitten gebeurt op lage plankjes die vlak achter elkaar geplaatst zijn. Knieën steken flink de lucht in. Op elk plankje kunnen slechts twee volwassenen zitten; zo smal is de boot. Gelukkig duurt het ritje naar de overkant slechts twee minuten. Van het blauwe zeiltje dat de bezoekers enige bescherming moet geven tegen zon of regen sijpelen een paar dauwdruppels naar beneden.
Op Laotiaans grondgebied is het wederom een drukte van jewelste. Overal in de smalle welkomststraat van de stad Ban Houayxay staan koffers en lopen mensen rond met paspoorten, pennen en papiertjes. Ook hier moet weer papierwerk afgewikkeld worden voordat een ieder het land in mag. Als deelnemers van de Luang Say Mekong Cruise kunnen wij lekker gaan zitten en wachten totdat alles voor ons geregeld is.
Cruise
Het is nog geen negen uur als de lange motorboot van Luang Say Mekong Cruises wegvaart van de pier van Ban Houayxay. Met veel gebulder brengt de kapitein het witte schip in beweging. Het bruine water wordt aan de kant geduwd en langzaam varen we naar het midden van de rivier. Helaas reizen we niet met een traditionele houten boot. Al zullen er gedurende de tocht vast wel een paar voorbijkomen.
Omdat het water laag staat - het is januari en het droge seizoen is al een paar maanden in volle gang - moet de boot af en toe zigzaggen over de rivier. Veel rotsen liggen bloot of dichter aan de oppervlakte komen te liggen en dus moet de kapitein goed kijken waar hij veilig kan varen. De rotsen bewijzen dat het amper heeft geregend de laatste tijd. De strepen die het oude waterniveau symboliseren steken soms wel drie meter boven het huidige waterlevel uit.
Aan de oevers van de Mekong gebeurt van alles. Buffels nemen een bad. Kinderen spelen in het water en ouderen zijn aan het werk. Kapitein Vuelee vertelt dat de Mekong een belangrijke levensbron is voor de mensen in de nabij gelegen dorpen. “Veel dorpelingen zoeken in het water naar stenen om die te vermalen en er huizen van te maken. Anderen zoeken naar wier om te eten. En natuurlijk wordt er ook veel gevist.”
Iets hoger op de oevers liggen dorpjes: weelderige privéhuizen en luxe resorts. Maar ook simpele visserskotjes en plantages. Zelfs een tempel komt voorbij. Een drietal monniken, gekleed in oranje gewaden, duwt met moeite een ossenkar de heuvel op. Meestal worden de bouwwerken door een grote brede betonnen trap verbonden met het water. Het valt op dat er over het water maar weinig andere boten passeren. Er komt een keer een speedbootje voorbij razen, maar voor de rest valt het tegen. Slechts een enkele keer passeert er een turquoise geverfde traditionele sloep.
Het hele artikel lees je hier >>
Reacties