Op Amerika’s Loneliest Road, die dwars door Nevada snijdt, valt zo goed als niks te beleven. En dat maakt Highway US 50 juist de ultieme route voor een zelfreinigende zielentrip. Mijn hemel, wat kan niks toch hartverscheurend mooi zijn. Een traan spat in fijne diamantjes uiteen als hij op Ford valt, op het stuurwiel van onze camper. ‘Wat is er?’, vraagt mijn lief, terwijl ze opkijkt uit haar trouwe Rand McNally Road Atlas. Haar benen liggen comfortabel op het dashboard. ‘Er is niks’, zeg ik zachtjes. ‘Jawel’, zegt ze, want ze is een vrouw. ‘Nee hoor, er is niks, maar dat is het ’m juist’. ‘Hoe bedoel je?’, houdt ze vol. Harmonie moet er altijd zijn. ‘Ik bedoel deze immense leegte, die is zó ontroerend mooi.’
Voor ons ligt een desolate weg, een recht traject dat voor het laatst geasfalteerd lijkt onder president Eisenhower. Met de teergieter is sindsdien kwistig op het ruwe wegdek geklodderd, zwarte zalf op de grillige littekens die de ongenaakbare zon, gure woestijnwinden en bitterkoude winternachten hebben achtergelaten. Onze 25-voeter snort er soepeltjes overheen en ik moet alleen zorgen dat ik koers houd naar het speldenpuntje aan de overkant van de vallei, waar Highway US 50 in de blauwgrijze bergen prikt en erin lijkt te verdwijnen.
Dat valt nog niet eens mee, je moet uitkijken dat je niet in trance raakt op deze eindeloze nazomerdag. De mantra van de motor, het briesje uit de airco, de zeldzame tegenliggers, de kadans van de gele middenstrepen die in de slaapcabine boven ons weerkaatsen, de dromerige Jim Croce uit de speakers, de machtige wolkenhemel, de hallucinerende luchtspiegelingen… Maar het is vooral die heldere ruimte om ons heen die in onze koppen trekt en ook daar ruimte schept, alles schoonveegt voor nieuwe dromen en verlangens naar nóg meer Amerikaanse avonturen. Ctrl-Alt-Del. Opeens zien we het hele leven weer helder.
Vanmorgen zijn we vertrokken van de Boomtown KOA-camping, die naast het gelijknamige casino aan de voet van de Sierra Nevada ligt, niet ver van het populaire bergmeer Lake Tahoe in Californië. Het doel is het Great Basin National Park, dat juist helemaal in het oosten van The Silver State ligt, een slordige 700 kilometer verderop. Eigenlijk rijden we deze richting een beetje contrecoeur, want beroemde transcontinentale routes als de Lewis and Clark Trail, de Pony Express Trail en Route 66 hoor je als een pionier van oost naar west te maken. Deze US 50 maakt deel uit van de Lincoln Highway, die ruim een eeuw geleden het eerste voor auto’s begaanbare wegenlint werd dat New York met San Francisco verbond. Maar ach, die complete 4000 mijlen westwaarts houden we lekker op de bucket list. We hebben de camper nu eenmaal opgepikt bij San Francisco en als je hem weer moet inleveren bij Cruise America in Salt Lake City of Denver, kun je niet anders. Bijkomend voordeel: je hebt het grootste deel van de dag geen last van de zon in je ogen.
Net als we bedwelmd dreigen te raken door de overweldigende zuiverheid van de woestijn, doemt aan de rechterkant van de weg Cold Springs Station op, ooit een tussenstop op de Pony Express postroute, nu een restaurant met daarachter een paar onbestemde gebouwtjes en een RV-park (camping). We kunnen wel wat fris tanken, dus parkeren we de camper naast de front porch. Jammer genoeg herinnert buiten niet zoveel meer aan het schilderachtige pompstation dat hier decennia lang dienst deed, maar de sfeer binnen maakt alles goed. We treffen er driller Gary, die, zoals iedere Amerikaan aan een bar, daar niet alleen zit om te drinken, maar ook om zijn hele levensverhaal met je te delen en om schaamteloos te informeren naar het jouwe. Gary komt hier even stoom afblazen, letterlijk bijna, want hij boort in de valley naar geothermische energie. De groene elektriciteit die met de hete stoom wordt opgewekt gaat helemaal naar de dichtbevolkte San Francisco Bay Area.
Reacties