7 maart 2024 - Nina heeft al heel wat mooie landen bezocht, maar het serene IJslandse landschap staat met stip op nummer 1. Onlangs maakte ze opnieuw een reis door het land, dit keer samen met haar vriend per camper langs de zuidkust. Ze deelt haar route en haar liefde voor het land graag!
We hebben voor een vroege vlucht naar Reykjavík gekozen. Het wordt die avond namelijk al rond 8 uur donker en we willen nog voor zonsondergang op onze eerste bestemming aankomen. Deze trip reizen we voor het eerst met een camper, gehuurd via Worldwide Campers. Na het ophalen van de camper start onze route langs de kust, richting het oosten. Nog maar net onderweg vult de camper zich met vlagen zwavellucht van de geisers. Bomen zie je niet, enkel de ruige kust. We zijn er weer!
Na anderhalf uur rijden door de indrukwekkende natuur staan we voor een keuze. Luisteren we naar de navigatie en vervolgen we onze weg of gaan we op onderzoek uit naar de mysterieuze stoompluim achter de heuvel? We kiezen voor het laatste en stuiten op een enorme geothermische energiecentrale. Er zijn meer van dit soort centrales in IJsland, die door de warmwaterbronnen diep in de vulkanische grond energie opwekken. Samen verwarmen ze 99 procent van alle huishoudens op het eiland. De energiecentrale Hellisheiði, die wij bezoeken, is als enige toegankelijk voor toeristen. Na een korte stop rijden we verder naar de Seljalandsfoss: de beroemde waterval waar je achterlangs kunt lopen. Je kunt hier kamperen, maar onze camping bevindt zich zo’n 30 kilometer verderop in het kleine dorpje Skógar.
Black Sand Beach & Jökulsárlón
Vandaag reizen we door naar Vík, naar Black Sand Beach. Het gitzwarte vulkanische strand geeft een waanzinnig uitzicht, maar heeft ook iets duisters. Dit wordt bevestigd als we lezen dat dit het dodelijkste strand van IJsland is door de verraderlijke golven. Door de harde wind hebben we het erg koud gekregen en zit onze kleding vol met het ultrafijne zand. De laatste keer dat ik hier was, vond ik het zand weken later nog terug in mijn schoenen. We warmen op met een kop thee in de camper en maken ons klaar voor een rit van bijna 200 kilometer, de langste reis van deze trip. Op naar Jökulsárlón: het grootste gletsjermeer van IJsland.
Als we Jökulsárlón (vertaald: gletsjerlagune) naderen, verandert het landschap. Het groene landschap wordt zwarter en er verschijnen steeds meer beekjes uit de bergen. Het water van de Vatnajökull-gletsjer vormt een schitterend veld van zwart- en blauwtinten. We voelen ons alleen, samen met de rotsen en het water. In Jökulsárlón komen de ijsbrokken van de gletsjer samen voordat ze de zee in drijven. De enorme brokken ijs, de vogels en af en toe een zeehondje vormen een prachtig schouwspel. We lopen in de gure wind verder naar Diamond Beach. Deze plek dankt zijn naam aan de glinsterende ijsblokken, die hier stranden op weg naar zee. Terug in de camper rijden we door naar vissersdorpje Höfn, waar we overnachten.
Golden Circle
Op dag drie rijden we terug richting de Golden Circle van IJsland: Þingvellir, Gullfoss en Geysir. Dit zijn de drie meest bekende bezienswaardigheden van het eiland. Na enkele uren in de camper ruiken we de zwavelgeur weer. We zijn in de buurt van Geysir: dé plek om geisers te bewonderen in IJsland. Aangekomen bij Geysir volgen we een smal beekje met kokendheet water richting het park.
Tekst Nina Ruigrok & Marliz Schouten, fotografie Nina Ruigrok & pexels.com
Reacties