Een Nederlands nummerbord zie je in de Zuid-Franse Camargue maar zelden. Het is echter goed mogelijk dat het nieuwe resort Auberge Cavalière Du Pont Des Bannes daar verandering in gaat brengen. Lars van Soest ging op een voor de regio kenmerkend wit Camargue-paard op verkenning.
“Allez, allez.” Patrick (op z’n Frans, dus zeg: Pat-rieck) parkeert zijn paard, draait zijn bovenlichaam een kwartslag en schreeuwt naar de dieren achter hem. Met zijn tanden op elkaar en de zijkant van zijn mond open, dirigeert de stalmeester met een dubbele klik de achtergebleven paarden aan te sluiten. Mijn paard Icario zet een drafje in en blijkt ineens meer te kunnen dan alleen sjokken. Rap voegt hij zich bij de andere. Patrick tikt met zijn hiel tegen de buik van zijn paard en brengt de stoet weer in beweging. Hij gaat voorop in de optocht per paard langs het fluisterende riet van de Camargue.
Hotel
Zojuist zijn we opgestapt in het resort Auberge Cavalière Du Pont Des Bannes. Een jaar geleden waren dit nog twee aparte hotels: L’Auberge Cavalière en Le Pont Des Bannes. Hendrik Steunenberg kocht beide op, voegde de namen samen en maakte er één complex van. Met twee restaurants, evenveel zwembaden, pool-side bars, een lounge bar, een privé-spa, een tennisbaan, een stallencomplex, vergaderruimtes, een arena voor traditionele Camargue-paardenshows en verschillende gastenverblijven.
Steunenberg, 53 jaar oud, heeft jarenlange ervaring in de internationale hotellerie. Hij woonde op verschillende plekken in de wereld, maar heeft met het hotel nu gekozen voor ‘vastigheid’. Samen met zijn Franse vrouw Odile (54) en dochter Oceane (15) woont hij naast het complex. Zoon Nick (23) studeert in Nederland aan de Hoge Hotelschool, maar loopt momenteel stage bij zijn vader in Zuid-Frankrijk.
Moerassig eiland
Het hotel ligt op nog geen kilometer van het kustdorpje Saintes-Maries-de-la-Mer, een van de slechts twee plaatsen in de Camargue, en bevindt zich midden in de wilde natuur. De Camargue is door twee vertakkingen van de rivier de Rhône als een soort moerassig eiland van het vasteland gescheiden. Vanuit Arles omringen twee takken van de rivier de Camargue. Hierdoor mag het gebied als Rhônedelta bestempeld worden. Met stille meertjes, drassige graslanden en droge zoutpannen.
En eigenlijk zie je die situatie ook terug op het complex. Het moeraswater van de Camargue verdeelt het resort in natuurlijke stukjes grond. Daarop bevinden zich de huisjes. Houten bruggetjes verbinden de verschillende eilandjes met elkaar. In het water zwemmen bevers en karpers en poedelen flamingo’s.
De gasten van het hotel hebben de keuze uit verschillende soorten kamers in diverse prijsklassen. Zo kan men onder meer kiezen voor de opgeknapte oude jagershuisjes, Les Cabanes de Gardian genoemd. Deze traditionele witstenen hutten met rieten dak zijn luxe uitgerust met een eigen badkamer en hebben een opvallend detail. Boven elk huisje steekt een schuin kruis uit. Deze is niet scheef gewaaid door de wind, maar maakt deel uit van de stok die bij het bouwen van een dergelijk huisje altijd als eerste wordt geplaatst. Om de stok wordt vervolgens een ronde muur gebouwd die richting het noorden wijst en ervoor zorgt dat de wind naadloos langs het huisje waait.
Hooistengel
Op een gemakkelijk tempo, zonder dat iemand uit zijn of haar zadel hoeft te komen, leidt Patrick zijn groep door de Camargue. Patrick is een typische stalmeester. Op zijn vriendelijke en gebruinde hoofd met grijs haar prijkt een rieten hoedje. Zijn overwegend blauw geruite overhemd heeft hij in zijn strakke spijkerbroek gehesen. Om het af te maken draagt hij hoge bruine laarzen. Eigenlijk ontbreekt alleen een hooistengel in zijn mond.
Af en toe houdt een van de paarden halt om zijn blaas te legen. Her en der wordt zelfs een iets grotere boodschap gedaan. In de verte kijkt een stier vervreemd op als de stoet paarden voorbij marcheert.
Stierenspelen
Stieren zijn net als paarden erg belangrijk voor de Camargue. Het is niet voor niets dat het officiële embleem van de regio een hart bevat. Deze staat voor de twee dieren die het gebied zoveel aanzien geven. Het anker in het logo staat voor de zee, terwijl het kruis het geloof vertegenwoordigd.
De wilde stieren voeden zich in de zoutmoerassen, op de stranden en tussen de mangroven net als de paarden met zeekraal. In het gebied worden bij Manade des Baumelles stieren gefokt. Net als in Spanje worden ook hier ‘stierengevechten’ gehouden. Al is dat eigenlijk geen goede naam. Want hier in de Camargue worden de dieren niet gedood of verwond bij dergelijke gevechten. Het is eigenlijk meer een spel. “Het gaat om het spektakel. Niet om het doden van stieren”, zegt Hendrik. “Wekelijks lopen de dorpelingen en toeristen van Saintes-Maries-de-la-Mer massaal uit om bij deze Courses Camarguaises, zoals de ‘stierenspelen’ heten, aanwezig te zijn.”
Dergelijke stierenspelen worden in de volksmond ook wel Rozet-race genoemd. Het gaat als volgt in zijn werk. Een Arena-directeur huurt zes spectaculaire stieren in. Beesten die snel en behendig zijn. Allemaal gaan ze omstebeurt vijftien minuten de arena in. Om de horens van de stieren worden van tevoren twee gele touwtjes, twee witte pulletjes en een rood strikje gebonden. Bewapend met een rasote gaan tientallen razeteurs, zoals de stierenvechters in de Camargue door het leven gaan (‘stierenplagers’ is misschien een beter woord), de arena in.
Met de rasote, een soort geavanceerde piratenhaak, moeten zij de attributen van de horens van de stier zien te grissen. Elk pulletje dat de razeteurs weten te bemachtigen levert geld op. Het strak vastgebonden gele touwtje levert tweeduizend euro op. Het loshangende en makkelijker te pakken witte pulletje brengt tachtig euro in het laatje.
De razeteurs moeten goed opletten. Waar andere stier-soorten horens hebben die krullen en naar beneden wijzen, staan de horens van de Camargue-stieren vervaarlijk omhoog. Een rozet-race is dus niet zonder gevaar. Wanneer een razeteur even zijn aandacht verliest, kan hij ineens van de rol van jager in die van prooi vallen en flinke stoten of wonden oplopen. Met grote sprongen over de omheining weten de razeteurs zichzelf echter vaak net op tijd in veiligheid te brengen. Het vormt de spanning waar de Courses Camarguaises om bekend staan.
De Fransen in de regio zijn trots op de tradities en de dieren. Overal zie je subtiele verwijzingen naar de stier. Geschilderd op muren, maar ook fijnzinnig wegwerkt in tegeltjes en beton. Ook in het hotel.
In het wild
Door het harde en wilde leven in het drasland van de Rhônedelta hebben de Camargue-paarden een uitstekend uithoudingsvermogen en ontzettende wendbaarheid meegekregen van hun voorouders. De dieren komen al eeuwen in het wild voor in het gebied, waardoor ze een uithangbord van de regio zijn geworden.
Als we vlakbij het hotel langs een paardrijschool sjokken waar met de dieren in een bak wordt gereden, schudt Patrick met zijn hoofd. “Dat is niets voor deze dieren”, verwijst hij naar de afkomst van de paarden. “Ze horen in het wild te rijden. Dat is de Camargue.” Hij gebaart met twee handen die hij uit elkaar haalt, alsof hij iets presenteert, naar zijn paard en lijkt daarmee te willen zeggen: zoals wij het doen, hoort het.
Patrick is samen met Jerôme, een andere stalmeester , verantwoordelijk voor de dieren van Auberge Cavalière Du Pont Des Bannes. Hendrik ziet er op toe dat de paarden goed verzorgd worden. “De paarden maken integraal deel uit van ons hotel. Veel mensen komen hier heen om op de dieren door het gebied te trekken. Ik vind het dan ook heel belangrijk dat er goed voor ze gezorgd wordt."
Nog meer rust
Een aantal kilometers verderop bevinden zich nog enkele andere appartementen die bij Auberge Cavalière Du Pont Des Bannes horen: de Sainte Helene lodges. “Deze zijn zelfstandig gelegen en bieden de bezoeker nog iets meer rust en privacy dan het hotel”, zegt Hendrik. En daar heeft hij gelijk in. De dertien huisjes zijn enkel bereikbaar via een rustig landweggetje en bevinden zich als het ware op een eilandje, afgesloten van de buitenwereld. De kamers hebben geen gordijnen en daardoor altijd uitzicht op een Camargue-meertje waar niets of niemand komt. Uitkijken op een watertje bij het ontwaken; niet verkeerd. Uniek is ook de badkamer. Die biedt dankzij een raampje in de muur hetzelfde uitzicht als vanuit bed.
Vermaken
Het hotel komt weer in zicht. We hebben twee uur rondgereden door al het moois van de Camargue. De zadels waren comfortabel, maar voor een ongeoefende ruiter is het na een dergelijke tocht wel even mooi geweest. Hoe kunnen we de dag beter voortzetten dan met een heerlijke lunch in een van de restaurants van het hotel om vervolgens de spa of het zwembad op te zoeken? Lekker hoor, de Camargue. “En de zon schijnt hier 320 dagen per jaar”, besluit Hendrik. Ik vermaak me hier wel!